X
DAMHERT

 

Het damhert varieert in kleur van gitzwart tot roodbruin met witte stippen. Hij wordt van grond tot rug tot ruim een meter hoog. Groter dan het ree, kleiner dan het edelhert. Het schoffelgewei van een volwassen mannetje is ook opvallend: het zijn meer platen dan de spitse vormen van het gewei van het ree en het edelhert. Het damhert is vooral te vinden op de Veluwe en in de Amsterdamse Waterleidingduinen, maar op meerdere plekken in Nederland leven kleine groepjes damherten. De soort wordt ook veel in hertenkampen en kinderboerderijen gehouden. In het wild eet het grassen, kruiden, maar ook bladeren, heide, eikels en granen.

 

WAAROM BEHEER NODIG IS

Damherten richten het gehele jaar door schade aan door het eten van eindtoppen en zijtakken in de bosbouw en boomteelt. Ze veroorzaken schade door het vegen van het bastgewei en markering van hun territorium. Soms trekken ze recent geplante bomen uit de grond of duwen ze de bomen scheef. Schilschade ontstaat door het afknabbelen van de boombast. Ze veroorzaken ook vraatschade aan de oogst van boeren door het eten van gras, granen en maïs en door lopen, liggen en/of rollen. Met hun poten krabben ze aardappelen, bieten en wortelen los uit de aarde om ze op te eten. Damherten kunnen een gevaar zijn voor verkeer (wildaanrijdingen).

 

HOE VOORKOM JE SCHADE

Rond extreem schadegevoelige gewassen zoals aardappelen, bieten en maïs is het vroegtijdig plaatsen van (tijdelijke elektrische) rasters het meest effectief om medegebruik van landbouwgronden te voorkomen.

In de preventiekit hertachtigen van het Faunafonds, onderdeel van Bij12 is een voorbeeld van zo’n hekwerk opgenomen en is er een overzicht van geadviseerde visuele en akoestische maatregelen als vlaggen, knalapparaten, flitslampen en flitsmolens.

Om aanrijdingen met damherten te voorkomen, is het verstandig in bosrijke gebieden en zeker ‘s avonds max. 60 km/per uur te rijden, de bermen in de gaten te houden en niet vooral uit te wijken (vanwege de bomen langs de weg).

 

WANNEER PREVENTIE NIET HELPT

Damherten zijn in Noord-Brabant geen in het wild levende voorkomende soort.
De provincie heeft om die reden de FBE toestemming gegeven om in het gehele werkgebied van de FBE damherten te doden op basis van een opdracht.
Jachtaktehouders wordt wel geadviseerd om eerst te proberen de eigenaar van het dier te achterhalen. Wanneer dit niet lukt of het geval is mag het betreffende dier worden gedood met het voorgeschreven middel conform de opdracht.
Het dier dient te worden voorzien van een voor dat doel door de FBE verstrekt uniek wildmerk en te worden afgemeld in het faunaregistratiesysteem.

 

HET WETEN WAARD

  • Damherten kwamen heel vroeger al in Europa voor, maar zijn door de Romeinen weer ingevoerd.
  • Ontsnapte damherten uit parkjes vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar, ook in geval van een wildaanrijding.
  • Sinds 2001 worden op het Deelerwoud geen damherten meer geschoten. Op de Zuidoost Veluwe is het aantal damherten daardoor in 15 jaar gegroeid van 100 tot ruim 900.
  • Damherten zijn goede zwemmers.

 

MEER WETEN

- Infographic Damhert NB

- over het experiment Deelerwoud: Natuurmonumenten Deelerwoud

- over de bronsttijd van het damhert: Vereniging het Edelhert

- over hoe te handelen na een wildaanrijding en of het voorkomen daarvan: Stichting Wildaanrijdingen Nederland .

- over het beheer van damherten in de Amsterdamse Waterleidingduinen: Rapportage2015-16 Waternet