X
BRANDGANS

De brandgans valt op door de zwarte hals en borst en daarmee contrasterende witte wangen. Hij wordt 55 tot 70 cm groot en is daarmee kleiner dan andere ganzen. De brandgans komt oorspronkelijk uit koude gebieden in Groenland, Spitsbergen en Noord-Rusland en woont sinds de jaren ’80 ook in Nederland. Hij leeft veelal in losse groepjes op akkers en grasland, maar hij zoekt, als nodig, desnoods ook andere plekken op: moerassen, wadden en verlaten eilandjes. Hij verblijft in groepjes en legt per jaar 4 tot 6 eieren. De brandgans eet met zijn korte snavel, waar mogelijk, gras en delen van planten. 


WAAROM BEHEER NODIG IS

Het aantal brandganzen neemt sterk toe. In een koude winter zijn er meer dan een half miljoen overblijvers in Nederland. Maar ook de wegtrekkende ganzen veroorzaken schade aan (nieuw ingezaaid) grasland en gewassen als zomergraan en (snij)mais. De wet ziet de brandgans als een inheemse diersoort en wordt ook op Europees-niveau beschermd en mag dus niet zomaar geschoten worden. Daarom is beheer nodig.

Met natuurbeschermers, grondeigenaren, agrariërs en jagers (verenigd binnen de FBE) is in overleg met de provincie afgesproken dat de hoeveelheid ganzen moet worden teruggebracht. Dit is vastgelegd in het Zeeuws Ganzenakkoord waarin de uitgangspunten zijn geformuleerd voor het ganzenbeleid en -beheer in Zeeland.

Uitgangspunt van het akkoord is:

  • beheer van populatie(s) standganzen in de zomer;
  • winterrust voor trekganzen door het instellen van rustgebieden van 1 november tot 1 april.

    De begrenzing van de rustgebieden vindt u onder publicaties.

    Op basis van dit akkoord is een nieuw Faunabeheerplan (onderdeel ganzen) van toepassing voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019.
    Dit Faunabeheerplan onderdeel ganzen is deels goedgekeurd in de vergadering van GS van de provincie op 16 december 2014.

 

HOE VOORKOM JE SCHADE

De brandgans mag worden verjaagd als daarmee schade aan landbouwgewassen wordt voorkomen. Deze gans staat op de provinciale vrijstellingslijst. Om schade aan gewassen te voorkomen kan de agrariër visuele en akoestische middelen inzetten als vlaggen, flitsmolens, vogelverschrikkers, knalapparaten, nabootsing roofvogels en vogelafweerpistolen. Kijk voor meer informatie naar de preventiekit voor ganzen van het Faunafonds, onderdeel van Bij12.

 

WANNEER PREVENTIE NIET HELPT

Voor de brandgans is er vanaf 16 januari 2019 voor een beperkt aantal gebieden in Zeeland voor de zomerperiode van 1 mei tot en met 31 oktober een vrijstelling beschikbaar voor grondgebruikers. Deze gebieden kennen een belangrijke schadehistorie en betreft gronden gelegen binnen de WBE’s Schouwen, De Gouwe, Tholen en Sint Philipsland, Zuid-West Zuid-Beveland, Wolphaartsdijk, De Poel Heinkenszand e.o. en Kapelle e.o. Op grond van deze vrijstelling is het toegestaan om brandganzen te doden en daarbij gebruik te maken van het geweer en lokvogels, ter voorkoming van belangrijke schade aan landbouwgewassen.

 

HET WETEN WAARD

  • De brandgans vliegt met een snelheid van 85 kilometer per uur.
  • Hij gakt met een geluid als een keffende hond.

 

 

MEER WETEN

- over aantallen en verspreiding in Nederland: Sovon/brandganssoort

- over ganzenoverlast op Schiphol: NOJG/jacht op ganzen Schiphol blijft tot 2018 toegestaan

- over de trek van brandganzen: Goosetrack