In opdracht van de provincie Utrecht heeft bureau CLM een onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit ganzenrustgebieden in de provincie Utrecht. CLM constateert in haar onderzoeksrapport dat de Utrechtse ganzenrustgebieden, groot 6.300 ha (waarvan 3.074 ha grasland), verre van effectief zijn. In de praktijk is er onvoldoende sprake van een concentratie van ganzen in de drie ganzenrustgebieden. CLM wijt dit o.a. aan het gebrek aan contrast tussen de ganzenrustgebieden en de omgeving. Oftewel de huidige ver- en bejaagactiviteiten hebben onvoldoende effect op de ganzen om zich daadwerkelijk te concentreren in de speciaal daarvoor aangewezen ganzenrustgebieden. De doelstelling om de schade buiten de ganzenrustgebieden te beperken tot een acceptabel schadeniveau wordt daarmee niet gehaald. De afgelopen jaren laten juist een toenemende ganzenschade zien buiten de ganzenrustgebieden, terwijl de populaties ganzen in zowel de zomer- als de wintermaanden de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven zijn, aldus de onderzoekers. De toenemende schade aan voorjaarsgras wordt vooral veroorzaakt door grauwe gans en brandgans. Vooral de schade door de grauwe gans vindt in toenemende mate buiten de ganzenrustgebieden plaats (van 42% in 2017 naar 68% in 2021). Kolganzen daarentegen lijken wél een voorkeur te hebben voor de ganzenrustgebieden. De flinke stijging van zowel de gemelde schade als de uitgekeerde tegemoetkomingen lijkt, volgens de onderzoekers, vooral te worden veroorzaakt doordat grondgebruikers beter de weg weten te vinden om een tegemoetkoming aan te vragen en niet zozeer verklaarbaar te zijn uit de aantalsontwikkeling ganzen of de stijging van de grasprijs.

Het onderzoeksrapport kunt u HIER downloaden