X

MONITORING EN RAPPORTAGE

 

Duurzaam faunabeheer vergt een continue afweging tussen belangen om uiteindelijk verstandige keuzes te kunnen maken tussen beschermen of beheren en tussen preventie of ingrijpen.  Faunabeheer is nodig waar het aantal aanwezige wilde dieren tot overlast leidt voor verkeer, natuur en land- en tuinbouw. De overlast blijkt uit meldingen, het aantal aanrijdingen, schadevergoedingen van BIJ12 Faunazaken en feedback vanuit de wildbeheereenheden (WBE’s). Voor een duurzaam faunabeheer is het van belang om te weten wat er in het veld gaande is: 

  • Hoeveel dieren zijn er?
  • Hoeveel schade wordt er veroorzaakt?
  • Hoeveel dieren worden gevangen, verplaatst of gedood?

Deze informatie is voor een faunabeheereenheid (FBE) van belang om haar werk goed te kunnen doen, maar dit zijn ook vragen die in de samenleving leven. Het verzamelen van deze informatie noemt men monitoring. Door monitoring wordt op een vooraf vastgelegde werkwijze informatie verzameld om zaken inzichtelijk te krijgen.

 

WETEN IS METEN: TELLEN VOOR GOED FAUNABEHEER

Zorgvuldig faunabeheer vraagt om een goed beeld van het aantal dieren dat per gebied voorkomt. De FBE en de WBE’s tellen daarom jaarlijks de aanwezige dieren in Utrecht. Door deze structurele tellingen ontstaat een goed beeld van het voorkomen en de verspreiding van de Utrechtse fauna. Deze gegevens gebruiken wij om verantwoorde keuzes te maken en conflictsituaties tussen mensen en dieren te voorkomen.

Voor verschillende diersoorten worden tellingen verricht om tot een goed beeld te komen welke diersoorten er voorkomen en hoeveel mannetjes, vrouwtjes en jonge dieren er zijn. Door jaarlijks op eenzelfde wijze deze tellingen uit te voeren kan deze informatie over meerdere jaren vergeleken worden en is er zo sprake van een trendtelling. De organisatie, waarborging van de kwaliteit van de tellingen en validatie van de gegevens ligt in handen van het Projectteam Faunatellingen. Dit team is samengesteld uit de bij de FBE betrokken stakeholders en maatschappelijke organisaties, de provincie en een ecoloog van de FBE Utrecht. 

Jaarlijks worden er drie soorten tellingen georganiseerd waarvan de resultaten het beleid mede bepalen:

  • De voorjaarstelling begin april, waarbij zowel ganzen als alle overige diersoorten opgenomen in het faunabeheerplan worden geteld;
  • De reeëntelling begin april;
  • Een ganzentelling in de zomer, waarmee duidelijk wordt hoeveel ganzen hier broeden en dus het hele jaar in het land verblijven.

Het tellen van diersoorten valt in de praktijk zeker niet altijd mee, omdat je nooit alle dieren kunt tellen. Je telt immers alleen die dieren die je ziet, dieren verplaatsen zich en het ene gebied is niet representatief voor het andere. Echter, door elk jaar op dezelfde manier de tellingen uit te voeren ontstaan toch goede en betrouwbare gegevens. De kwaliteit van de tellingen wordt gewaarborgd door het Projectteam Faunatellingen welke onder meer verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de telprotocollen die aan de basis liggen van zorgvuldig uitgevoerde faunatellingen. Deze telprotocollen bevatten onder meer regels over de wijze en uitvoering van de telling inclusief de manier van rapporteren. De tellingen worden mede mogelijk gemaakt door de inzet van de WBE’s en vele vrijwilligers. De WBE’s verzamelen vervolgens de telgegevens, welke vervolgens gevalideerd worden door het Projectteam Faunatellingen.  De FBE gebruikt deze vervolgens onder andere voor het vaststellen van het beleid en tussentijdse monitoring.


MEER WETEN?

Telprotocol reeën: Telinstructie ree
Telprotocol voorjaarstelling: Telinstructie voorjaarstelling 
Landelijk telprotocol zomerganzen: Telinstructie zomerganzen

 

REGISTRATIE BEHEER EN SCHADE

Naast informatie over het aantal aanwezige dieren in de provincie en de ontwikkeling van hun populaties door de jaren, is het voor duurzaam faunabeheer ook van belang om te weten of, en zo ja welke, beheermaatregelen al dan niet met succes zijn toegepast en in hoeverre dit heeft bijgedragen aan het voorkomen van belangrijke schade. De FBE maakt hierbij onder andere gebruik van het digitale FaunaRegistratie Systeem (FRS). In dit systeem worden de uitgevoerde beheermaatregelen op onder meer locatieniveau en tijdstip van uitvoering geregistreerd. Daarnaast worden schadetegemoedkomingsaanvragen en de eventueel hieruit volgende uitbetalingen geregistreerd door BIJ12, voor meer informatie over schadetegemoetkomingen zie Faunaschade. Deze schade-informatie wordt ook beschikbaar gesteld aan de FBE. De schade geregistreerd bij BIJ12 geeft echter geen volledig beeld van de schadeomvang, immers lang niet alle schade wordt daadwerkelijk gemeld en/of vergoed. In een door CLM in opdracht van het Faunafonds (juridische voorloper BIJ12, unit Faunazaken) uitgevoerd onderzoek bleek dat slechts een beperkt deel van de in de praktijk daadwerkelijk optredende faunaschade wordt gemeld, getaxeerd en geregistreerd. De bevindingen van dit onderzoek zijn vastgelegd in dit rapport. De combinatie van beheer- en schadegegevens levert waardevolle data op die wordt gebruikt om zo nodig tijdig het uitgevoerde beheer te kunnen bijsturen of nieuwe beheerstrategieën te ontwikkelen. Voor de analyse van al deze informatie maakt de FBE gebruik van de expertise van zowel haar eigen ecologen maar werkt daarnaast ook vaak samen met externe ecologische advies- en/of onderzoeksbureaus.

Het bepalen van de effectiviteit van het beheer ten aanzien van schade of bijvoorbeeld het voorkomen van wildaanrijdingen is een uitermate complex proces. Naast informatie over de eventuele opgetreden schade, de aanwezige aantallen diersoorten en de toegepaste (preventieve) maatregelen spelen ook factoren als schadeacceptatiebereidheid van grondgebruikers, weersomstandigheden, alternatieve foerageermogelijkheden, mate van effectieve en tijdige uitvoering maatregelen, administratieve beperkingen en mogelijkheden een belangrijke rol.

Aangezien duurzaam faunabeheer - per definitie - géén exacte wetenschap is en tevens rekening dient te worden gehouden met de maatschappelijke en politieke opvattingen en gevoeligheden die nu eenmaal nauw aan dit onderwerp zijn verbonden, werkt de FBE bovendien met een groot aantal (maatschappelijke) organisaties én de provincie Utrecht intensief samen. De combinatie van ecologische en wetenschappelijke kennis enerzijds en maatschappelijke input anderzijds staat borg voor een duurzaam faunabeheer geworteld in en voor de Utrechtse samenleving.