X

GROTE AANTALLEN GANZEN ZORGEN VOOR GROTE UITDAGINGEN
12 June 2023

GROTE AANTALLEN GANZEN ZORGEN VOOR GROTE UITDAGINGEN

Nederland is een écht ganzenland. Ganzen horen bij Nederland. Maar de huidige grote aantallen leveren ook aanzienlijke schade op. Ze zijn welkom in onze natuurgebieden en vervullen daarbij een belangrijke rol. In moerasgebieden grazen ze bijvoorbeeld opkomend riet af, waarmee ze voorkomen dat watervlaktes dichtgroeien. De aanwezigheid van grote aantallen ganzen levert echter economische schade op voor de landbouw. Soms lijdt ook de natuur er onder. Grote aantallen ganzen kunnen door hun uitwerpselen voedselarme vennen te voedselrijk maken, waardoor waterplanten en diersoorten als kikkers en libellen verdwijnen. Daar waar in het verleden de ganzen juist het dichtgroeien van moerasgebieden hielpen tegen te gaan zorgen de huidige grote aantallen juist tot overbegrazing van rietvegetaties waardoor zeldzame rietmoerasvogels als snor, grote karekiet en woudaapje geen geschikt leefgebied meer vinden. Rond luchthavens raakt de veiligheid van mensen in het geding als het aantal ganzen toeneemt. Hoe meer ganzen, hoe groter de kans dat er vogels in vliegtuigmotoren terechtkomen. De Faunabeheereenheid Utrecht tracht door het treffen van verschillen maatregelen deze balans te herstellen.

Eén van de manieren waarop de FBE Utrecht de schade en overlast die de groeiende populaties ganzen in Utrecht probeert tegen te gaan is het vangen van ganzen in de rui. Voor deze werkzaamheden maakt zij gebruik van de diensten van een professioneel bedrijf. Ganzen kunnen slechts gedurende een korte periode in het voorjaar worden gevangen, namelijk als ze in de rui zijn en dus niet kunnen vliegen. De ruiperiode verschilt per ganzensoort: de grauwe gans komt als eerste in de rui (eind mei begin juni), daarna volgt de Canadese gans (eind juni – begin juli) en als laatste ruit de Brandgans van begin juli tot ongeveer 20 juli). De Nijlgans (feitelijk een eendensoort!) kan niet worden gevangen omdat deze soort een gedeeltelijke rui kent (eind juli – begin augustus) en dus ook tijdens de rui zijn vliegcapaciteit behoudt. 

Voordat met het vangen kan worden begonnen, wordt halverwege mei een voorstudie gedaan naar de plaatsen waar op dat moment grote groepen ganzen zich aan het verzamelen zijn om gezamenlijk de rui door te maken. Zijn de locaties bepaald en is men eenmaal ter plekke dan wordt de omgeving goed bestudeerd: waar kunnen de gaasafscheidingen en de kraal het beste worden opgesteld en hoe kunnen de ganzen naar die plek worden gedreven? Als alle gaasafscheidingen staan en de kraal is opgesteld kan het voorzichtige drijven van de ruiende ganzen in de gewenste richting van de kraal beginnen. Op verzoek van overheden, faunabeheereenheden en natuurbeschermingsorganisaties vangt Duke Faunabeheer ca. 40.000 ganzen per jaar.

IMG_5573(500x160)