X

JAARLIJKSE REEENTELLING IN UTRECHT
09 April 2024

JAARLIJKSE REEENTELLING IN UTRECHT

Afgelopen weekend was het in de Provincie Utrecht weer tijd voor de jaarlijkse reeëntelling. Tijdens deze reeëntelling, die gecoördineerd wordt door de Faunabeheereenheid Utrecht, tellen terreineigenaren, boswachters, jagers en vrijwilligers drie keer achtereenvolgens een avond-ochtend-avond via een vaste methode alle reeën die ze zien in een aangewezen gebied.
Gewapend met verrekijker en een telformulier gingen honderden mensen op stap om reeën te tellen. Op het telformulier wordt genoteerd hoeveel reeën er gezien worden, op welke plek de dieren staan en op welk tijdstip ze gezien worden. Indien mogelijk wordt er ook genoteerd of het een vrouwelijk (geit) of mannelijk (bok) dier gaat en of het gaat om een volwassen of jong dier  (geit – geitkalf – bok – bokkalf ).

Kim Platjouw (adviseur Faunazaken FBE Utrecht) telde mee bij de WBE Lopikerwaard in de omgeving van IJsselstein. De tellers waarmee zij op stap was gaven aan dat ze jaren achtereen steeds meer reeën telden, maar het afgelopen jaar opvallend minder reeën zien. Een verklaring voor die afnemende cijfers blijft vooralsnog uit. Gelukkig voor Kim kwamen er wel wat reeën tevoorschijn. Het aanspreken op geslacht was wel lastig: ‘We zagen de reeën toen het al aardig donker was en we moesten ze aanspreken vanuit een rijdende auto op een provinciale weg. Rustig stoppen en ze observeren was er daarom niet bij en daarom hebben we van deze sprong reeën alleen het aantal kunnen noteren.’

Hanne Tersmette-Strijland (programmamanager FBE- Utrecht) telde samen met 3 andere telkoppels een gebied van circa 60 hectare gelegen in WBE de Schaffelaar. ‘Tijdens de eerste twee telmomenten lieten slechts een paar reeën zich zien. Tijdens het derde telmoment zagen we daarentegen 13 reeën (4 bokken, 5 geiten, 2 geitkalveren en 2 bokkalveren). De meest logische verklaring voor het wisselende aantal? De regen van de eerste avond en ochtend. Daarom wordt er altijd op het telformulier genoteerd wat de weersomstandigheden zijn.  

Alle telgegevens worden verzameld en door de wildbeheereenheden en terreinbeheerders doorgegeven aan de Faunabeheereenheid. O.a. aan de hand van deze jaarlijkse telling wordt een meerjarige trend bepaald. Hiermee houdt de FBE in samenwerking met de provincie zicht op de ontwikkeling van de populatie en kan zo nodig bijsturen indien dat voor bijv. de verkeersveiligheid wenselijk wordt geacht. 
 
Meer weten of wil je een keer mee tellen? Neem dan contact met ons op!