In 2021 schafte de Faunabeheereenheid Utrecht in samenwerking met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer een zogenaamde onderzoeksdrone aan. De wens van de organisaties was om met behulp van deze drone op eenvoudigere wijze monitoringswerk te kunnen uitvoeren. Drie jaar later wordt de drone nog steeds veelvuldig ingezet. Medewerker Hanne Tersmette-Strijland vloog een ochtendje mee met Harald Vliem, boswachter beheer Staatsbosbeheer van team Utrecht Oost.
Met uitgestoken hand komt Harald naar me toegelopen. ‘We hebben er mooi weer bij,’ zegt hij terwijl hij zijn hoofd naar de zon draait.’ Tussen het kniehoge, frisgroene gras dansen de gele bloemen van het groot streepzaad en de witte van de margrieten op het ritme van de wind. ‘Mooi hier’, zeg ik. ‘Ja, prachtig gebied dit, de Amerongse Bovenpolder. Zeker hier waar we middenin de glanshaverhooilanden staan,’ vult Harald aan. Ik bespeur trots in zijn stem. Hij vervolgt: ‘Maar we moeten goed opletten dat al die kruiden niet weg geconcurreerd door grassen of door de dominanter wordende gewone berenklauw. Die laatste zie je daar staan.’ Hij wijst richting grote witte schermbloemen verderop. ‘Op zich is het niet erg, maar als het er teveel zijn verdringt de gewone berenklauw andere kruiden. Die hebben dan geen kans meer om te groeien. Verderop hadden we een stuk wat 100% afgedekt werd door de gewone berenklauw. Een paar weken terug heeft de pachter dat voor ons gemaaid. Vandaag wil ik bekijken of dat effect heeft gehad en er nu dus inderdaad minder gewone berenklauwen staan.’
Dronen naar de gewone berenklauw
‘En daarvoor gebruik je dat indrukwekkende apparaat?’, vraag ik terwijl ik wijs naar iets wat voor mij het meeste weg heeft van een ufo. ‘Ja, dat is de drone die we gezamenlijk hebben gekocht. Zoals je ziet is het een zware drone, ook geschikt om te vliegen met windkracht 5-6. Heel anders dan die kleine drone-tjes waar veel particulieren vluchten mee maken. Deze drone is voorzien van twee camerasystemen: een warmtebeeldcamera en een normale camera. Vandaag heb ik voor de gewone camera nodig. Ik vlieg naar de plek waar gemaaid is en maak wat foto’s vanuit de lucht. Dan kan ik eenvoudig zien of er inderdaad minder gewone berenklauw staat nu. De warmtebeeld camera gebruiken we vooral om bijvoorbeeld hazen of reeën op te sporen voor het maaien.’
Vlieguren maken
Voor het gevaarte de lucht in gaat voert Harald nog wat checks uit. ‘Natuurlijk kijk ik of technisch alles in orde is. Maar ik kijk ook op de GoDrone app. Soms zijn stukken van het luchtruim afgesloten vanwege bijvoorbeeld militaire oefeningen, dat zie ik dan op deze site terug.’ Alles lijkt in orde en de drone gaat de lucht in. ‘Het is goed dat je erbij bent, kan je mooi de drone in de gaten houden. Die moet je kunnen blijven zien’, zegt Harald. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en tuur naar de drone hoog boven me die al snel verandert in een klein stipje. Direct begrijp ik waarom Harald een zonnebril draagt. ‘In het begin was het wel spannend hoor, dat vliegen met dit bakbeest. Dan schrik je van elk piepje. Maar uiteindelijk is het gewoon een kwestie van vlieguren maken, dan weet je wat je doet en is het werken met de drone vooral heel erg handig.’
Het blijft natuur
‘We zijn nu boven het gemaaide stuk, althans dat denk ik. Ik verwacht een soort vlek te zien, maar ik zie geen verschil met de andere stukken.’ Een beetje wanhopig stuurt Harald de drone over het veld heen en weer. ‘Hij zal toch wel gemaaid hebben?’, mompelt Harald meer tegen zichzelf dan mij. Dan echt tegen mij: ‘Het is ook zulk groeizaam weer geweest, ik denk dat het gewoon niet meer te zien is. Toch maar zelf kijken.’ Voor ik het weet verdwijnt hij in de manshoge vegetatie. Ik volg op een drafje. Hoog boven ons scheren scholeksters die zo te zien niet blij zijn met de indringer in hun luchtruim. Na een paar aanvalspogingen lijken ze in te zien dat het geen roofvogel is en druipen ze af.
We zetten koers richting het vak van de gewone berenklauw. Op het oog is er geen verschil te zien tussen de wel en niet gemaaide stukken. Maar dan zie ik opluchting bij Harald. ‘Hier moet het zijn, hier is gemaaid en de gewone berenklauw is niet terug gegroeid. Je voelt het onder je voeten. Het loopt moeilijker, het is dichter dan in het eerste stuk’, constateert hij. Ik knik instemmend terwijl Harald alweer koers richting auto zet. ‘De drone is al terug naar start’, zegt hij terwijl hij zijn pas versnelt. Ik volg en voel de vegetatie onder me weer soepeler worden. Het niet gemaaide deel, bedenk ik. Net voor de drone landt op het blauwe landingsplatform zijn ook wij terug.
Winst voor mens en natuur
‘Dit is misschien niet het beste voorbeeld, maar de drone maakt mijn werk een stuk eenvoudiger,’ verontschuldigt Harald zich. ‘Ik kan nu een beeld krijgen van hele stukken bos waar ik normaal nooit zou kunnen komen omdat het zo dichtbegroeid is bijvoorbeeld. Met de drone kan ik foto’s van bovenaf maken en het effect zien van bijvoorbeeld de hevige regenval. Hoe lang blijft het water waar staan, wat doet dat met de natuur? De drone gebruiken is een snelle en effectieve manier van monitoring en we zien veel meer dan voor heen. Het levert nieuwe informatie op en daar kunnen we ons beheer op aanpassen. Winst voor zowel mens als natuur als je het mij vraagt,’ besluit hij terwijl hij de drone veilig opbergt in een zwarte box. In de verte zien we de scholeksters tevreden neerstrijken op de dijk.
.jpg)
Zicht op de controller van de drone, met links warmtebeeldcamera en rechts beeld van gewone camera.
.jpg)