X
KOLGANS

 

De kolgans is te herkennen aan een grote witte vlek rond zijn snavel: de kol of bies genoemd. Hij wordt 65 tot 80 centimeter groot. Verder lijkt hij een kleine versie van de grauwe gans: bruingrijs met roze poten en snavel en met onregelmatige zwarte strepen op de buik. Hij verblijft en broedt in waterrijke graslanden. Veel kolganzen zijn het hele jaar in het land, een deel overwintert vanuit Siberië. Een jaarlijks nest brengt 4 tot 6 eieren. Gras is de hoofdmaaltijd van de kolgans. 

 

 

WAAROM BEHEER NODIG IS

Het aantal broedende kolganzen groeit in Nederland met 5% per jaar. Kolganzen eten naast gras net ingezaaide landbouwgewassen, maar soms ook oogstresten van suikerbieten. In hele natte gebieden eten de ganzen ook graswortels en wilde planten op akkers en akkerranden. In de winter eten ze (spruitend) graan en aardappels. Dat is ook de periode waarin agrarische gebieden de meeste schade oplopen. Ganzen bevuilen percelen met gewassen met hun uitwerpselen. 

 

HOE VOORKOM JE SCHADE

De kolgans mag worden verjaagd als daarmee schade aan landbouwgewassen wordt voorkomen. Om schade aan gewassen te voorkomen kan de agrariër visuele en akoestische middelen inzetten als vlaggen, flitsmolens, vogelverschrikkers, knalapparaten, nabootsing roofvogels en vogelafweerpistolen. Kijk voor meer informatie naar de preventiekit faunaschade (module ganzen) van BIJ12. Schade veroorzaakt door kolganzen wordt door BIJ12 vergoed, zie ook de matrix winterganzen.

 

WANNEER PREVENTIE NIET HELPT

De kolgans mag om schade aan landbouwgewassen te voorkomen worden verjaagd en als nodig geschoten. Dit is geregeld via vrijstellingen en ontheffingen:

  • Provinciale vrijstelling kolgans (winter): van 1 november tot 1 maart van een half uur voor zonsopkomst tot een half uur na zonsondergang mag bij (dreigende) belangrijke schade verjaging met ondersteunend afschot plaatsvinden op percelen met nog oogstbare akker- en tuinbouwgewassen en grasland alsmede direct aangrenzende percelen. Dit mag enkel mits daarvoor minimaal een akoestisch én een visueel preventief middel conform de voorwaarden van de preventiekit faunaschade (module ganzen) is ingezet. De provinciale vrijstelling is niet geldig in ganzenrustgebieden en op zon- en feestdagen, voor aanvullende restricties zie de provinciale vrijstelling.
  • Ontheffing ondersteunend afschot kolgans (zomer): van 1 april tot 1 november (niet op zon- en feestdagen) van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang mag ter ondersteuning van verjaagacties ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen afschot van kolganzen plaatsvinden. Afschot mag enkel plaatsvinden nadat tenminste twee preventieve maatregelen zoals benoemd in de preventiekit faunaschade (module ganzen) van BIJ12 zijn ingezet.
     

Originele ontheffingen/vrijstellingen/opdrachten zelf zijn te allen tijde leidend. Hierboven genoemde voorwaarden zijn niet leidend en hier kunnen geen rechten aan ontleend worden. 

 

HET WETEN WAARD

  • Er verblijven maximaal 900.000 kolganzen in Nederland. Dat is 80% van de totale wereldpopulatie.
  • De roep van de kolgans is te omschrijven als een hoog, kakelend gejodel. 

 

MEER WETEN

- over aantal-, beheer- en schadecijfers binnen de provincie Utrecht: factsheets FBE Utrecht
- over de leefwijze van de kolgans: Vogelbescherming
- over de aantallen en verspreiding van de kolgans in Nederland: Sovon
- over de trek van ganzen: geese.org.