X
REE

 

Het ree is met 60 tot 90 centimeter schouderhoogte het kleinste hert in Nederland. Wie wel eens een hert gezien heeft, zag waarschijnlijk een ree. Geen of een klein gewei, zwarte neus en witte kin: dat is het ree. De geelbruine of roodbruine zomervacht wordt grijzer en donkerder in de winter. Het mannetje (de bok) heeft een niervormige witte vlek op het achterste, het vrouwtje (de geit) een hartvormige en wordt groter als er gevaar dreigt. Je kunt ze vaak zien in de schemering op een veld tegen de bosrand aan, of overdag midden in het bos als ze zich veilig achten. Een ree eet bramen, bessen, uitlopers van struiken en bomen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en ook van sommige landbouwgewassen.
 

 

WAAROM BEHEER NODIG IS

Het aantal reeën groeit al jaren in Nederland. De ca.110.000 reeën brengen problemen met zich mee. Zo worden jaarlijks 10% aangereden. Dat zijn 11.000 aanrijdingen per jaar! Verkeersveiligheid is daarom een belangrijke reden om in te grijpen. Omdat ze ook uitlopers van bomen en planten eten, veroorzaken reeën voornamelijk schade aan boomkwekerijen, fruitteelt en jonge bomen in onze bossen waarbij ingrijpen soms ook noodzakelijk is.

 

HOE VOORKOM JE SCHADE

Wegbeheerders doen veel om aanrijdingen met reeën te voorkomen. Ze plaatsen rasters en wildspiegels (reflectoren) langs de weg. Om aanrijdingen met reeën te voorkomen, is het verstandig in bosrijke gebieden en zeker ‘s avonds niet harder dan 60 km per uur te rijden, de bermen in de gaten te houden en vooral niet uit te wijken bij overstekend wild. Bel na een aanrijding direct de politie en later de verzekering. De politie zorgt dat een professional ter plaatse komt.

Voor de bescherming van de gewassen is een goed hekwerk het meest effectief. Zo helpt een gaasraster de tuinders om fruit- en boomteelt te beschermen. In de faunaschade preventiekit (module hertachtigen) van BIJ12 staat een overzicht van visuele en akoestische middelen die agrariërs kunnen toepassen om hun gewassen te beschermen.
 

WANNEER PREVENTIE NIET HELPT

Er zijn veel reeën en de soort heeft nagenoeg geen last van natuurlijke predatie in Nederland. De populatie wordt daarom in de hand gehouden door beheerders/jagers. De streefstand is afhankelijk van de maatschappelijke en ecologische draagkracht. Hierover zijn afspraken in het faunabeheerplan vastgelegd. Aan de hand van tellingen wordt het te behalen afschot bepaald. Het afschot heeft mede tot doel het aantal aanrijdingen te verminderen. Populatiebeheer en schadebestrijding is in een ontheffing vastgelegd.

  • Ontheffing ree: jaarrond (met uitzondering van zon- en feestdagen) van 1 uur voor zonsopkomst tot 1 uur na zonsondergang mogen, ten behoeve van populatiebeheer met als primair doel het voorkomen van aanrijdingen met het verkeer, reeën worden gedood. Het gebruik van elektronische lokmiddelen, honden (niet zijnde lange honden), restlichtversterker, warmtebeeldkijker en richtkijker is toegestaan.

Originele ontheffingen/vrijstellingen/opdrachten zelf zijn te allen tijde leidend. Hierboven genoemde voorwaarden zijn niet leidend en hier kunnen geen rechten aan ontleend worden. 

 

HET WETEN WAARD

  • De reegeit kan tot wel drie kalfjes krijgen.
  • De reebok verliest ieder jaar zijn gewei en ieder jaar groeit er weer een nieuwe op zijn kop.
  • De verkeersongevallen, waarbij reeën betrokken zijn, kosten de maatschappij jaarlijks miljoenen euro's

 

MEER WETEN

- over alle facetten van het ree: Vereniging het Ree
- over de leefwijze van het ree: Zoogdiervereniging
- over hoe te handelen na een wildaanrijding en of het voorkomen daarvan: zie Wildaanrijdingen